De term laser is een acroniem voor „lichte versterking door bevorderde emissie van straling“.
De lasers hebben de volgende eigenschappen:
(1) opmerkelijke monochromaticity
De lichte golven in de laserstraal zijn allemaal hetzelfde kleur;
Het gewone die licht (zoals het licht door fluorescente buizen wordt uitgezonden) is over het algemeen een mengsel van verscheidene kleuren van licht die wit lijken.
(2) uitstekende gerichtheid
De laser zendt een straal met hoge gerichtheid uit, d.w.z., de samengestelde lichte golf verspreidt zich in een rechte lijn en niet zal uitspreiden;
De lichte golven uit gewone lichtbronnen spreiden uit in alle richtingen uit.
(3) hoge coherentie.
Aangezien de lichte golven binnen een laserstraal zich verspreiden, oscilleren zij met volkomen gesynchroniseerde pieken en troggen, een bezit genoemd coherentie. Wanneer twee laserstralen elkaar overlappen, versterken de pieken en de troggen van elke straal slechts elkaar, die een interferentiepatroon creëren.